‘Vrouwen komen er wel: dat glazen plafond creëer je vooral zelf’

Annelies en Agnes

Hoe is het om als vrouwelijke leidinggevende te werken in een “mannenbolwerk” als DICTU? Niet veel anders vinden Annelies Niesert (links op de foto) en Agnes Heijdra (rechts), die extra aandacht voor vrouwen in ieder geval voor zichzelf niet nodig vinden. ‘Als je laat zien dat je de kennis en kunde in huis hebt en bereid bent om je werk goed te doen, is er geen verschil tussen een man of vrouw als leidinggevenden.’

Agnes (44) werkt sinds 2,5 jaar bij DICTU en geeft leiding aan de 40 teamleden van Methodieken en Informatie. ‘Ik heb altijd bij ICT-organisaties binnen de overheid gewerkt, dus DICTU is echt mijn ding. Ooit ben ik als ICT-managementtrainee bij het Ministerie van Justitie gestart en daarna verder in de ICT gerold.’

Annelies (60) is sinds anderhalf jaar teamleider Inkoop en Contractmanagement. ‘Ik dacht vroeger dat als je eenmaal boven de 55 jaar bent er niets meer nieuws zou langskomen. Via DICTU kwam het verzoek om te solliciteren en werk ik sinds 1 september 2020 hier met veel plezier. Het is een machtig mooi bedrijf en ik ben trots dat ik voor zo’n onderneming mag werken.’

Cateraar

Beide vrouwen hebben een indrukwekkend cv met veel werkervaring opgebouwd. Daarnaast houden ze toevalligerwijs allebei van tuinieren. Annelies: ‘Mijn eerste baan was bij Bastion Hotels, waar ik meegeholpen heb om tien hotels uit de grond te stampen. Daarna ben ik bij een cateraar gaan werken en was ik verantwoordelijk voor alle uitvoer van cateringwerkzaamheden bij het Nederlands Omroepbedrijf.’

Nare ervaring

‘Tijdens mijn werk als operationeel manager van een cateringafdeling bij Hoogovens deed ik een nare ervaring op, die mijn ideeën over leidinggeven radicaal hebben veranderd. Een van mijn afdelingen ging reorganiseren en er moesten vijftien al eerder overgeplaatste medewerkers bij de automatencatering weg. De keuze daarvoor was min of meer willekeurig. De ontslagen medewerkers moesten na het gesprek meteen hun pasje inleveren en het bedrijf uit. Een van de ontslagen medewerkers pleegde diezelfde avond nog zelfmoord. Dat was voor mij reden om voortaan altijd bij een reorganisatie eerst aan medewerkers zelf de keuze te laten wel of niet een organisatie te verlaten.’

Geen grijze muis

Bij Annelies staat diversiteit hoog in het vaandel. Haar team moet een mix zijn van jong, oud, goede verhouding man/vrouw en vooral ook medewerkers van verschillende achtergronden. ‘Zo moet je ook niet alleen vrouwen in je team hebben, want dan wordt het saai. En dat glazen plafond dat altijd wordt genoemd, creëer je vooral zelf. Op mijn 29e werd ik een keer voor grijze muis uitgemaakt, waarbij die collega mij duidelijk in een bepaalde hoek wilde zetten. Ik maakte er op dat moment geen punt van. Nu zou ik zeggen: Ik zie er misschien wel zo uit, maar als je met mij praat, ben ik beslist niet grijs.’

Haar teamleden kunnen voor alles bij haar terecht en als het nodig is, dagelijks met haar sparren. ‘Gaat het minder goed met ze, dan vraag ik meteen door: speelt er iets in de privésfeer; kan ik iets voor ze doen? Zeker met het thuiswerken, is het belangrijk daarop alert te zijn. Sowieso heeft corona mijn visie op thuiswerken veranderd. Ik was een traditionele leidinggevende, die dacht dat je altijd voor je werk op kantoor moet zijn. Corona heeft mijn ogen op dat punt geopend. Hoe je werkt en werk oplevert, heeft niets te maken met wel of niet fysiek op kantoor aanwezig zijn. Het gaat erom of je de dingen doet die je moet doen, en of je dat goed doet.’

Ervaringen delen

Ook bij Agnes staat diversiteit hoog in het vaandel. Toen ze 2,5 jaar geleden bij DICTU binnenkwam, was ze een van de weinige vrouwen die hier in leidinggevende functies werkte. ‘Na mijn komst zijn er nog zo’n tien andere vrouwelijke managers aangesteld. Zij zoeken elkaar wel op en doen dat buiten het formele vrouwennetwerk om. Dat opzoeken gebeurt om met elkaar te sparren en elkaars ervaringen te delen, misschien ook wel om elkaar te empoweren. Daarbij zijn er opvallend veel overeenkomsten. Overigens spar ik ook met mijn mannelijke collega’s.’

Agnes weet niet of ze als vrouwelijke leidinggevende anders is dan haar mannelijke collega’s. ‘Ik ben gewoon mezelf. Over het algemeen denk ik wel dat vrouwen iets meer gericht zijn op relatie en samenwerking, maar ik ken ook genoeg mannen die daarop de nadruk leggen. Hoe ik mijzelf zie als leidinggevende? Als iemand die wil enthousiasmeren en de boel aan de gang wil krijgen, mensen wil verbinden. Dat zal iedereen om mij heen denk ik wel herkennen. Eigenlijk wel jammer dat we nu in deze serie aandacht voor vrouwen in leidinggevende functies hebben. Ik zou liever meer aandacht voor gehandicapten willen zien en mensen met een heel andere achtergrond. Wij vrouwen komen er wel.’